Instelling staakt verzet tegen het instellen van een lokale cliëntenraad

In de Nieuwsbrief van februari 2024 schreven over een belangrijke uitspraak van de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden (LCvV), de landelijk geschillencommissie voor geschillen tussen cliëntenraden en instellingen (uitspraak 1 december jl.). In sommige gevallen kunnen ook representatieve delegaties een geschil voorleggen aan de LCvV. In de zaak die we in februari jl. beschreven was het een delegatie die het niet langer accepteerde dat de instelling geen lokale cliëntenraad installeerde. Sinds de invoering van de Wet Medezeggenschap Cliënten 2018 (Wmcz 2018) wilde de instelling dit niet mogelijk maken.  De LCvV gaf de delegatie gelijk. En besliste dus dat een cliëntenraad alsnog dient te worden geïnstalleerd.

Omdat rond die tijd door een representatieve delegatie van een andere locatie van dezelfde instelling een vergelijkbaar geschil (ook toen wegerde de instelling een lokale raad in te stellen) werd voorgelegd aan de LCvV, was spannend hoe het verloop van die nieuwe  procedure ging lopen. De instelling verzocht de delegatie om de zaak in te trekken of op te schorten. Dit omdat de instelling na de uitspraak LCvV van 1 december jl. van plan was om een nieuwe medezeggenschapsstructuur te ontwikkelen en voor instemming voor te leggen aan de centrale raden. Gelukkig was er dus sprake van inkeer van de instelling. Bedoeling was daarbij lokale raden mogelijk te maken. De delegatie ging echter niet in op het verzoek van de Raad van Bestuur. Dit enerzijds omdat op korte termijn belangrijke zaken spelen op de locatie waarvoor medezeggenschap belangrijk is, zoals instemmingsrecht, adviesrecht, ongevraagd adviesrecht, recht op informatie, tijdige inschakeling, recht op rechtsprocedures desnoods. Anderzijds omdat onduidelijk is of en zo ja wanneer de nieuwe bedoelingen in goed vaarwater terecht zijn gekomen. Heel begrijpelijk standpunt van de delegatie dus.

De LCvV stelde in de uitspraak van 8 april jl. (zie eventueel: https://www.vertrouwenslieden.nl/uitspraken/uitsprakenarchief-lcvv/search-result?filter_tag=representatieve%20delegatie) vast dat er eigenlijk geen verschil van mening meer was tussen de delegatie en de instelling (de instelling bevestigde bij de hoorzitting het nu prima te vinden dat er lokale raden zouden komen) maar dat het alleen nog zou gaan over de vraag wanneer de lokale raad dient geïnstalleerd te zijn. De LCvV bepaalde dat de raad uiterlijk op 8 augustus van dit jaar geïnstalleerd dient te  zijn. KansPlus zal graag volgen of dit tijdig gaat gebeuren evenals we dat overigens doen bij de eerste zaak waar de termijn 1 juni jl. en die ten tijde van het schrijven van dit bericht niet gehaald was.

Inschakelen LCvV
Dat kan als cliënten en vertegenwoordigers een lokale raad willen en zij daarover een meningsverschil krijgen met de instelling. Dan moeten de cliënten en vertegenwoordigers zich afvragen of zij representatief zijn voor de locatie. Als dit zo is, kan de LCvV ingeschakeld worden voor bemiddeling of een uitspraak. Representatief betekent niet dat cliënten en vertegenwoordigers  per se  een meerderheid moeten hebben. De LCvV kijkt wat dit betreft heel goed naar de feiten en omstandigheden en maakt dan afwegingen.

Kosten
Separaat in deze zaak had de delegatie zich voor alle zekerheid laten ondersteunen door een tweetal externe adviseurs tegen nogal beperkte kosten. In de aanloop naar de beslissing om wel of niet naar de LCvV te stappen. Men vond uit principieel oogpunt dat die kosten eigenlijk betaald moeten worden door de instelling. Waarom zouden advieskosten van in de Wmcz 2018  genoemde delegaties (en die ook een procedure kunnen voeren bij de LCvV en desnoods in beroep kunnen gaan bij de Ondernemingskamer) niet vergoed moeten worden en wel die van cliëntenraden. De instelling weigerde dit. De delegatie zag wel dat de wetgever op dit punt onderscheid maakte tussen cliëntenraden en delegaties, maar bracht in dat de LCvV hopelijk wel aanknopingspunten ziet in meer algemene rechtsbeginselen als redelijkheid en billijkheid en fair play. De LCvV wees deze redenering af. Voor geïnteresseerden: lees in de uitspraak de passages die hierover gaan.

KansPlus/VraagRaak  is van mening dat zo eindelijk duidelijk is geworden dat er een lacune zit in de Wmcz 2018. En zal dit punt daarom inbrengen bij de aanstaande wetsevaluatie die dit najaar zal plaatsvinden. Eventuele representatieve delegaties hoeven zich echter in de tussentijd geen zorgen te maken in het geval zij een verschil van mening krijgen of hebben met de instelling over het al of niet instellen van een lokale raad.
De LCvV is sowieso laagdrempelig. De kosten van de LCvV zelf worden door de LCvV altijd rechtstreeks  in rekening gebracht bij de instelling. Het is wettelijk vastgelegd dat de instelling die dan moet betalen.  Het maken van een verzoekschrift aan de LCvV is ook bepaald niet meer zo ingewikkeld na de uitspraken van de LCvV. Leden van KansPlus kunnen gratis telefonisch advies krijgen van het Kennis- en Adviescentrum.

Vragen of meer informatie
Met vragen kun je contact opnemen met het Kennis- en Adviescentrum van VraagRaak/KansPlus. Telefoon: 030-2363750 (van maandag tot en met donderdag van 9.00 tot 12.00 uur, maandag ook van 13.30 tot 16.30 uur). Mail: advies@kansplus.nl