VWS organiseert regionale bijeenkomsten over de Wet Zorg en Dwang

In september 2019 organiseert het Ministerie van VWS acht informatiebijeenkomsten voor zorgprofessionals en beleidsmakers. Deze bijeenkomsten zijn ook toegankelijk voor cliëntenraadsleden.

Op 1 januari 2020 treedt de Wet zorg en dwang in werking. Deze wet vervangt, samen met de Wvggz, de Wet Bopz. In september 2019 organiseert het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn & Sport acht informatiebijeenkomsten over de Wet zorg en dwang voor zorgprofessionals en beleidsmakers. Doel van de bijeenkomsten is om zorgprofessionals en beleidsmakers mee te nemen in wat er voor hen verandert op het moment dat de nieuwe wet in werking treedt

Het programma bestaat uit een plenair gedeelte waarin het juridisch kader van de Wet zorg en dwang wordt toegelicht en een spreker vanuit de praktijk, Tommie Niessen, zijn ervaringen deelt. Daarnaast vinden er diverse workshops plaats en is er een informatiemarkt.

Alle bijeenkomsten hebben hetzelfde programma:

12:30 uur: Inloop
13:00 uur: Opening en presentatie door VWS
13:30 uur: Presentatie Tommie Niessen (Tommie in de Zorg)
14:00 uur: Start eerste workshopronde
14:45 uur: Pauze en informatiemarkt
15:15 uur: Start tweede workshopronde
16:00 uur: Start derde workshopronde
17:00 uur: Einde met afsluitend een drankje

De bijeenkomsten worden verspreid door Nederland gehouden:

10 september: Zwolle
12 september: Assen
18 september: Amsterdam
19 september: Amersfoort
20 september: Hilversum
24 september: Breda
27 september: Roermond
30 september: Ridderkerk

Voor meer informatie over de locaties, de diverse workshops en voor het inschrijven kunt u terecht op aanmelder.nl/wetzorgendwang.

Deelname is gratis.

Test je kennis over de wet zorg en dwang

Op het Kennisplein Zorg voor beter staat een test om je kennis over de Wet zorg en dwang te testen.
Zie: https://www.zorgvoorbeter.nl/nieuws/test-zorg-en-dwang

Wil je na de test je kennis uitbreiden? Kom dan naar de VraagRaak workshop op woensdag 4 september in Utrecht.

Kijk hier voor meer informatie en aanmelden.

https://www.vraagraak.nu/agenda/workshop-3-clientenraad-en-de-nieuwe-wet-zorg-dwang-wzd-2/

 

 

LCvV zoekt een plaatsvervangend voorzitter en een commissielid

De Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden (LCvV) is bemiddelaar en scheidsrechter bij meningsverschillen tussen cliëntenraden en zorgaanbieders op basis van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen. De LCvV is onafhankelijk en onpartijdig ten opzichte van zorginstellingen en cliëntenraden. De commissie is zorgbreed ingesteld en wordt in stand gehouden door de brancheorganisaties ActiZ, NVZ, VGN en GGZ Nederland en de cliëntenorganisaties
LSR, LOC en KansPlus/VraagRaak.
Vanwege het aflopen van de zittingstermijn van de huidige voorzitter en een van de commissieleden is de LCvV per 1 januari 2020 op zoek naar een plaatsvervangend voorzitter en een commissielid.

Lees de flyer voor meer informatie.

LCvV-advertentie-2019-06

2020 overgangsjaar voor de Wet zorg en dwang

Minister De Jonge (VWS) wil geen uitstel van de invoering van de Wet zorg en dwang. De wet treedt op 1 januari 2020 in werking. Wel is het eerste jaar van de Wzd een overgangsjaar.

Acht organisaties: KansPlus, Ieder(in), Alzheimer Nederland, LSR, KBO-PCOB, LFB, LOC Waardevolle zorg en Patiëntenfederatie Nederland) pleitten voor het wél invoeren van de nieuwe wet, omdat uitstel niet in het belang is van hun achterban. Dit deden zij o.a. in een brief. Zie hiervoor in dit bericht op de KansPlus website.

Andere organisaties, zoals ActiZ, hebben gepleit voor uitstel. VGN en NVAVG hebben de minister gevraagd om 2020 te benutten als overgangsjaar. Zij maken zich zorgen over de uitvoerbaarheid en vrezen extra bureaucratische rompslomp.

Op 7 juni schrijft Minister de Jonge in een brief dat 2020 gebruikt zal worden om samen met betrokken partijen te werken aan een goede implementatie van de Wzd.

Nieuwe Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (WMCZ) door Eerste Kamer aanvaard

Dinsdag 21 mei 2019 was een gedenkwaardige dag voor cliënten en hun wettelijk vertegenwoordigers in de zorgsector. De Eerste Kamer “aanvaarde” (zoals de voorzitter dat noemde) het wetsvoorstel WMCZ 2018 van de Regering. Een half jaar na het moment van aanvaarding door de Tweede Kamer. Hierdoor zal na 23 jaar de huidige WMCZ gaan vervangen worden. 18 jaar geleden was het al de bedoeling – na een eerste evaluatie – dat de wet vervangen moest worden, maar verschillende keren sneuvelden wetsontwerpen.

Maar nu is het zover. Hierdoor krijgen cliënten en hun wettelijk vertegenwoordigers cliëntenraden met aanzienlijk sterkere bevoegdheden (bijvoorbeeld instemmingsrecht bij de belangrijkste zaken), dienen er lokale cliëntenraden te komen als de cliënten of hun wettelijk vertegenwoordigers dat uitspreken, krijgen cliëntenraden recht op onafhankelijke ondersteuning, een harder recht op faciliteiten of juridische ondersteuning, etc. Ook dienen de zorgorganisaties aanvullend op de zorgplannen directe inspraak te gaan organiseren over de directe zorg van cliënten. Cliëntenraden worden verplicht met hun achterban te gaan communiceren. Al met al staat er veel op de schop.

Het was nog spannend, want de kans was  groot dat de Eerste Kamer na de schriftelijke antwoorden van Minister Bruins van VWS een nieuwe schriftelijke ronde zou inlassen of een uitgebreide plenaire behandeling zou willen met discussies in twee termijnen met de Minister. Dit zou tot gevolg hebben dat de afhandeling door de nieuwe Eerste Kamer had moeten gebeuren. Voorzitter KansPlus, Pouwel van de Siepkamp, pleitte er op 9 mei jl. in een vlammend betoog daarom voor hoe dan ook zelf nog het wetsontwerp af te handelen (zie bijgaande brief). Resultaat was dat de Eerste Kamer geen schriftelijke ronde meer inlaste en ook geen plenaire behandeling en het  wetsontwerp 21 mei als hamerstuk afdeed.

Onze sector kan zich nu gaan voorbereiding op de invoering. Verwacht wordt dat dat voorjaar 2020 zal zijn. De Minister is nog bezig met een uitvoeringsbesluit over de vraag welke type voorzieningen onder de wet gaan vallen en welke precies niet (bijvoorbeeld justitiële instellingen). Dat besluit moet – na een tot 25 mei lopende internetconsultatie aan de hand van een ambtelijk ontwerp binnenkort aan de Regering worden voorgelegd door de Minister. (KansPlus heeft al gereageerd hierop. Vervolgens gaat het besluit nog naar de Raad van State, Tweede Kamer en Eerste Kamer. Maar dat zal zeker einde dit jaar afgehandeld zijn. De voorbereiding van de invoering is eigenlijk al begonnen. KansPlus, LSR, NCZ en VGN zullen nu samen een model medezeggenschapsregeling gaan maken als handreiking naar de sector. Hetzelfde geldt voor de kosten, scholing en ondersteuning. Eind 2018 organiseert KansPlus met LSR en LFB weer een congres in Lunteren en zal VWS een congres organiseren over de directe inspraak. De voorbereidingen van dit alles zijn direct na de aanvaarding door de Eerste Kamer gestart.

Het lijkt er op dat de zorgaanbieder en cliëntenraden op dit moment nog niet zoveel kunnen doen. Dat is voor dit moment inderdaad wel zo, maar wij verwachten dat de modelregelingen in het najaar gereed zijn en KansPlus zal in de loop van de tijd de nodige informatie geven op basis waarvan al nagedacht kan worden wat de cliëntenraden zelf willen wat de invulling van de wet betreft. Dat hoeft niet afhankelijk te zijn van de formele ingangsdatum van de nieuwe wet.

brief WMCZ aan EK 9 mei 2019 Reactie KansPlus Besluit WMCZ 2018-internetconsultatie

Reactie KansPlus Besluit WMCZ 2018-internetconsultatie

 

Jaarverslag LCvV

De Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden (LCvV) is bemiddelaar en scheidsrechter bij
meningsverschillen tussen cliëntenraden en zorgaanbieders over de uitvoering van de Wet
medezeggenschap cliënten zorginstellingen.

Op www.vertrouwenslieden.nl is het jaarverslag 2018 van de Commissie te lezen.

Nieuw: hulpmiddel voor sterke medezeggenschap

Er is een nieuw hulpmiddel voor cliëntenraden. Het hulpmiddel heet Hulpmiddel voor sterke medezeggenschap. Met het hulpmiddel kunnen cliëntenraden aan de slag om de medezeggenschap te versterken.

Het afgelopen jaar werkten KansPlus en het LSR vanuit de Kwaliteitsagenda Gehandicaptenzorg aan een project. Het project ging over cliëntenraden en familieverenigingen. En de vraag hoe zij meer invloed kunnen hebben op de keuzes van de zorgaanbieder. Dat is belangrijk voor een goede kwaliteit van de zorg. Het hulpmiddel voor sterke medezeggenschap is het resultaat van dit project.

Hulpmiddel voor sterke medezeggenschap

Met het hulpmiddel kan de cliëntenraad zelf aan de slag. Bij voorkeur samen met de bestuurder of manager. De cliëntenraad kijkt naar drie onderdelen van het werk:

  • Hoe werkt de cliëntenraad zelf aan de medezeggenschap?
  • Hoe loopt de samenwerking met de bestuurder of manager?
  • En hoe loopt het contact met de achterban?

De cliëntenraad bespreekt wat goed gaat en wat beter kan. Van de belangrijkste verbeterpunten maakt de cliëntenraad een actieplan. Met het actieplan kan de cliëntenraad aan de slag om de medezeggenschap te versterken.

Oefenen

Met acht cliëntenraden en twee familieverenigingen is geoefend met deze manier van werken. Met de ervaringen van het oefenen is het hulpmiddel gemaakt. In het hulpmiddel kun je ook mooie voorbeelden lezen van waar deze cliëntenraden aan hebben gewerkt.

Zelf aan de slag?

Willen jullie zelf aan de slag met het versterken van de medezeggenschap? Dat kan! Het hulpmiddel bestaat in drie versies.

  • Eén voor cliëntenraden in makkelijke taal
  • Eén voor cliënten- en verwantenraden
  • Eén voor familieverenigingen en familieverbanden.

Het hulpmiddel is gratis te downloaden via: https://www.meepraten.net/themas/Hulpmiddelen
Daar vind je ook de werkvormen die bij het hulpmiddel horen.

 

 

Update Wmcz 2018: minister stuurt memorie van antwoord naar Eerste Kamer

Op 15 januari vond het voorbereidend onderzoek over de Wmcz 2018 in de Eerste Kamercommissie VWS plaats. In het voorlopig verslag stellen de Kamerleden nog een flink aantal vragen. De minister heeft eerder in een brief laten dat hij voor 1 mei met een memorie van antwoord komt.

Op 26 april 2019 heeft de Eerste Kamercommissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) de memorie van antwoord ontvangen. Op 14 mei 2019 zal de nadere procedure worden besproken. Dan zal worden bepaald hoe de verdere voorbereiding zal verlopen en wanneer de plenaire behandeling kan plaatsvinden.

Internetconsultatie over reikwijdte Wmcz 2018

Minister Bruins van VWS heeft een algemene maatregel van bestuur (amvb) aangekondigd bij het wetsvoorstel Wmcz 2018. Het besluit gaat over welke instellingen geen cliëntenraad hoeven in te stellen of pas bij het verlenen van zorg door meer dan 25 personen. Het besluit is in concept via een internetconsultatie voorgelegd waarop voor 23 mei 2019 gereageerd kan worden.

Het wetsvoorstel Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (Wmcz 2018) heeft als doel de positie van cliënten in de zorg te versterken en goed bestuur te bevorderen. Met het Besluit Wmcz 2018 wordt een aantal instellingen uitgezonderd van de verplichting een cliëntenraad te hebben. Ook geldt dat voor een aantal instellingen – met name in de eerstelijnszorg – een verhoogde drempel van meer dan 25 (i.p.v. meer dan 10) personen die zorg verlenen gelden voor het instellen van een cliëntenraad.

Het besluit regelt:

  1. Welke instellingen niet onder het wetsvoorstel gaan vallen. Deze instellingen hoeven geen cliëntenraad in te stellen.
  2. Welke instellingen pas een cliëntenraad in hoeven te stellen als ze met meer dan 25 personen zorg verlenen.

Het uitgangspunt van het wetsvoorstel Wmcz 2018 is dat een zorginstelling een cliëntenraad moet instellen bij meer dan tien zorgverleners (25 bij eerstelijnszorg). Het wetsvoorstel regelt dat bij amvb wordt bepaald op welke vormen van zorg of categorieën van instellingen deze wet niet van toepassing is. Ook maakt het besluit het mogelijk rekening te houden met de administratieve lasten in relatie tot het type zorg en daarmee een verlaging van de regeldruk.

Iedereen kan tot 23 mei 2019 reageren op het besluit via een internetconsultatie.

Het volledige ambtelijk concept voor internetconsultatie kunt u hier lezen: Amvb wmcz 2018 ambtelijk concept voor internetconsultatie.

 

Behandeling Wmcz 2018 in Eerste Kamer vertraagd

De Eerste Kamercommissie voor VWS heeft op 29 januari het voorlopig verslag uitgebracht van het voorbereidend onderzoek over de Wmcz 2018 wat op 15 januari plaatsvond. In dit verslag stellen de Kamerleden nog een flink aantal vragen. De minister is nu weer aan zet.

Het voorlopig verslag bevat twaalf pagina’s waarin de opmerkingen en vragen van de fracties weergegeven zijn.  De fracties zijn overwegend positief over de versterking van medezeggenschap via de Wmcz 2018. Wel zijn er nog verschillende vragen over de interpretatie van het conceptwetsvoorstel.

Het gaat hierbij om de volgende onderwerpen:

  • Instellen cliëntenraad bij minimaal 10 ‘natuurlijke personen’die zorg verlenen. Onduidelijk is wie daarmee met bedoeld worden. Dit vinden sommige fracties van belang omdat het van grote invloed is op kleine zorginstellingen. Tevens vreest toenemende bureaucratisering en vraagt men zich af of de cliëntenraad geschikt is voor alle vormen van zorg.
  • Het wetsvoorstel voorziet niet in vergoeding van kosten voor juridische bijstand in geval een geschil dat bij de commissie van vertrouwenslieden wordt gelegd. Een groot aantal partijen zien hierin een ontmoediging voor de cliëntenraad om een geschil voor te leggen en willen dit anders zien.
  • Ook wordt de vraag gesteld of één landelijke vertrouwenscommissie niet wenselijker is dan het toestaan van een eigen commissie per zorginstelling.
  •  verschillende fracties wijzen op het feit dat mezeggenschap in verschillende sectoren zoals onderwijs, woningbouw en zorg verschillend is. Fracties stellen vragen over het waarom van deze verschillen. Een belangrijk verschil is bijvoorbeeld dat de Wmcz 2018 niet voorziet in instemmingsrecht bij fusie waar dat in andere sectoren wel het geval is.

Aanvankelijk zou de minister van VWS voor 1 maart antwoorden, maar hij heeft via een brief aan de Eerste Kamer laten weten dat hij voor 1 mei komt met zijn memorie van antwoord.